Rijnlandgeschiedenis.nl gebruikt cookies om bezoek te meten en om het voor bezoekers mogelijk te maken informatie op deze website te delen via social media. Door verder gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord.

Accepteer cookies
Menu
Rijnlandse Geschiedenis streeft naar meer historische samenhang en kennisuitwisseling in de regio.
Vrijdag 29 december 2023

Contactgegevens
p/a Rijnsburgerweg 4
2215 RA Voorhout
E info@hkv-voorhout.nl

Historische Kring Voorhout

Dwars Op 79: Colijn 25 jaar en Het Witte Paard

Pand Colijn 25 jaar rijksmonument

Eén van Voorhouts bekendste gebouwen is de bollenschuur van de firma C. Colijn: het is ook één van de mooiste. Het bollencomplex aan de Jacoba van Beierenweg is in 1998 tot rijksmonument verklaard. De even oude Historische Kring Voorhout besteedt in de laatste Dwars Op (nr. 79) van dit jaar uitgebreid aandacht aan dit bijzondere erfgoed middels een artikel van Leo van Steijn. Colijn is een locatie waar ontzettend veel Voorhouters binnen zijn geweest. Het was lange tijd een grote werkgever. In de grote schuur viert Voorhout zijn eeuwfeest en St. Cecilia haar 75-jarig bestaan. Er worden concerten gegeven en de Oranjevereniging verzorgt er optredens. In de schuren en de hal vond Panorama TulipLand jarenlang onderdak en er is veel getennist. De kantine diende ook als stemlokaal.

Eerste steen
Stichter en naamgever is Cornelis Colijn, op 23 februari 1849 geboren in Noordwijk Binnen huisnummer 187, als zoon van arbeider Antnonie Colijn en Wilhelmina Meijer. Cornelis is eerst arbeider en daarna spoorwegbeambte. In 1887 koopt hij een huis met land naast café Welgelegen aan de Voorhouterweg, thans Jacoba van Beierenweg. Eerst teelt hij groenten en aardbeien, maar al snel schakelt Colijn over op de veel winstgevender bloembollen. Het zijn gouden jaren en niet veel later zoekt hij een plek voor een grote bollenschuur met twee huizen. Ontwerper en bouwer is waarschijnlijk de Voorhoutse timmerman en metselaar Jan Zuilhof. Op 17 maart 1902 wordt de eerste steen gelegd. Vanwege de export siert de voorgevel van de woningn de engelse teksten: Established 1894. C. Colijn & Sons Bulbmerchants.
In 1924 laat Colijn de schuur flink uitbreiden en na de Tweede Wereldoorlog komen er ook schuren en hallen bij. De kwekerij stopt in 1987. Twintig jaar later valt het doek voor de handels- en exportactiviteiten en vallen de gebouwen ten prooi aan weer en wind.

Rijksmonument
Op voorspraak van de gemeente worden in 1998 de oorspronkelijke huizen en schuur voorgedragen als rijksmonument. Het rapport meldt dat ‘de rijk gedecoreerde voorgevel stijlkenmerken vertoont van de Overgangsarchitectuur’, zoals rijkelijk versierde gevels, erkers, balkons en dergelijke. De bollenschuur met de woonhuizen zijn cultuurhistorisch belangrijk als specifieke beelddragers van de bloembollencultuur. Het complex is ook van architectuurhistorisch belang als een representatief voorbeeld van een bepaalde ontwikkeling van de bollenschuren. Daarnaast is het in hoge mate van stedenbouwkundig belang vanwege de zeer beeldbepalende situering aan de Jacoba van Beierenweg in het vlakke land van de Bollenstreek.

Woningen
Het interieur is in de loop van de jaren gemoderniseerd en een deel van de bollenschuur is bij de woningen getrokken. Het bestemmingsplan Engelse Tuin meldt in 2014 de instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Om het monument voor de toekomst rendabel te maken en daarmee te behouden, moest het een nieuwe functie krijgen. De dienstwoningen worden verbouwd tot twee burgerwoningen en in het bollenschuurgedeelte komen drie woningen. Aan de buitenkant is het gebouw op wat kleine aanpassingen na vrijwel intact gebleven.


Het Witte Paard

Het wereldkampioenschap van Max Euwe in 1935 zet de schaaksport in Nederland op de kaart. Er worden overal plaatselijke schaakverenigingen opgericht. In Voorhout duurt het tot eind 1948 wanneer schaakliefhebbers bijeenkomen en besluiten om een schaakclub op te richten. Op 9 januari 1949 kiezen zij een bestuur en wordt een contributie van tien cent per week vastgesteld. De naam van de vereniging luidt Het Witte Paard.

Storende flipperkast
De eerste tijd wordt er onderling thuis gespeeld, maar als het aantal leden groeit vindt men onderdak in De Bonte Koe. Bij verdere groei wordt café Welgelegen het onderkomen. Hier veroorzaken flipperkast en biljart storende geluiden bij het beoefenen van deze denksport. In het Parochiehuis repeteert St. Cecilia op dezelfde avond dat er geschaakt wordt. De kapelzaal van St. Agnes is dan de volgende oplossing. Uiteindelijk belandt Het Witte Paard via het SEC-gebouw in De Spelewey.

Remise
Het veertigjarig bestaan van de vereniging valt samen met de viering van 1000 jaar Voorhout. Voor die gelegenheid is er in het Parochiehuis een groot schaaksimultaan. De Tsjechisch-Duitse grootmeester Vlastimil Hort speelt op dertig borden tegelijk en tegen hem blijkt geen Voorhouts kruid opgewassen. Alleen Adrie van der Poel ziet die dag kans remise te behalen.

De Vrijpionnen gaan verder
De schaakclub blijft altijd redelijk bescheiden van omvang, met in de toptijden tussen dertig en veertig leden. In het begin van deze eeuw zijn er nog maar een achttal actieve leden en de gemiddelde leeftijd wordt steeds hoger. Op 24 mei 2007 wordt daarom besloten de vereniging op te heffen. Het batig kassaldo gaat naar de op 2 januari 1981 opgerichte Jeugdschaakvereniging De Vrijpionnen. Dat dit een goede beslissing is geweest, blijkt uit het aantal schaakprijzen, de 27 diploma’s en de jubilaris die afgelopen zomer bij De Vrijpionnen te vieren waren. En recent is voor de tweede keer in de ruim veertigjarige geschiedenis van de club het Stap 6 examen door een jeugdlid afgelegd.

Een korte geschiedenis van het ontstaan en de neergang van het Witte Paard is vastgelegd in een artikel in Dwars Op 79, de wintereditie van de Historische Kring Voorhout.