Rijnlandgeschiedenis.nl gebruikt cookies om bezoek te meten en om het voor bezoekers mogelijk te maken informatie op deze website te delen via social media. Door verder gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord.

Accepteer cookies
Menu
Rijnlandse Geschiedenis streeft naar meer historische samenhang en kennisuitwisseling in de regio.

Nieuws

50 jarig Jubileum Actie Red Romeins Schip Zwammerdam 

29 jan 2024 - 11 januari 2024, is het 50 jaar geleden dat de Stichting “Actie Red Romeins Schip Zwammerdam”werd geïnitieerd door Architect Latief Perotti te Alphen aan den Rijn. Stichtingsvoorzitter Perotti werd bijgestaan door de plaatselijke Notaris mr. Arnold van der Veen Meerstadt als Penningmeester. Mevrouw Diny Perotti voerde het Secretariaat. De zonen Aldo en Remo Perotti staken het lontje aan “Pap, als niemand die schepen eruit haalt, dan doe jij dat toch?" Doel van de Actie was om aangetroffen schepen uit de Romeinse tijd van ondergang te redden. Daartoe moest geld ingezameld worden voor de aanleg van een damwand, in eerste instantie rondom een 34 meter lange platbodem vrachtschip uit de Romeinse tijd.  Dat Schip bleek deel van een Romeins Scheepskerkhof dat tijdens  bouwwerkzaamheden op een diepte  van ± 6 meter onder het maaiveld werd aangetroffen op het terrein van de toenmalige “Hooge Burch” (heden Ipse de Bruggen) te Zwammerdam, Gemeente Alphen aan den Rijn.   Probleem bleek het ontbreken van financiële middelen bij de aansprakelijke overheidsorganen. Dat stelde de opgravingsleider Prof. dr. W. Glasbergen (19230724-19790406) van het Instituut voor Prae- en Proto Historie I.P.P. van de Universiteit van Amsterdam voor een dilemma. Normaliter werden uitsluitend gegevens genoteerd en de kuil weer dichtgegooid. In dit geval betrof het een “gaaf” schip. In de grond laten zitten en laten  doorklieven met heipalen was geen optie. De hoogleraar beklaagde zich hierover in de Pers. Architect Latief Perotti reageerde adequaat en vond de hoogleraar aan zijn zijde om een actie te starten tot behoud van het Romeinse Schip. De aannemer berekende de kosten voor de damwand op fl. 250.000,-. Op 24 januari en 29 maart 1974 bezocht H.M. Koningin Juliana de vindplaats. De Herald Tribune, Paris match, New York Times, Frankfurter Algemeine etc. besteedden aandacht aan de actie, die fl. 280.000,- opbracht. Uit alle lagen van de Nederlandse bevolking kwam financiële steun, zowel van het bedrijfsleven, service clubs, verenigingen als talloze lagere en hogere scholen, alsmede universiteiten. Niet te vergeten de vele particulieren, waaronder bijvoorbeeld Hervormd Predikant Ds. A.J.Plug uit Venlo !  Meerdere schepen werden in Zwammerdam aangetroffen en geborgen. Deze werden in het Museum Ketelhaven geconserveerd gedurende bijna vijftig jaren in een vloeistof van polyethyleenglycol.  De conclusie mag zijn dat  de “Actie Red Romeins Schip” een grandioos succes is geweest en een langdurig na-ijl effect heeft gehad. a. De archeologie als wetenschap, stond zeer ver af van het volk en werd door de actie, tot groot verdriet van een zekere incrowd, gepopulariseerd en kwam bij  brede lagen van de bevolking in de belangstelling; b. Op de verschillende  overheidsniveau’s  in de begroting met archeologie rekening werd gehouden; c. De actie onmiskenbaar invloed heeft gehad op de belangstelling voor aanliggende wetenschappen. Bij veel mensen werd het zelfbewustzijn door het inzicht in eigen historische kaders, geactiveerd.  In 1984 werd door Ing. Jan J. de Back, Plv. Directeur Openbare Werken en Architect Latief Perotti, de Stichting Forum Romanum Albanianum opgericht met als doel een museum te bouwen voor de  Zwammerdamschepen. Het financiële draagvlak hiertoe werd vergroot door fusies met gelijksoortige stichtingen met een experimenteel karakter. Hieruit groeide het initiatief tot Archeologisch Themapark Archeon, heden Museumpark Archeon.  Op 31 maart 1994 werd de poort tot Archeon geopend. Na enige aanloopproblemen in de beginfase heeft het Museumpark Archeon in de Familie Jack en Monique Veldman een stel voortreffelijke uitbaters gevonden. Zij hebben het Museumpark Archeon in brede lagen van de Nederlandse en Belgische bevolking in het bijzonder populair gemaakt. Een Algemeen Romeins museum werd bereikbaar door de inzet van wethouder Robert Jan Blom, die hiervoor op 18 oktober 2009 de eerste paal sloeg. Archeon is niet meer weg te denken uit Alphen aan den rijn.   Heden liggen de resten van de Zwammerdamschepen in het Museumpark Archeon om op deskundige wijze door een groot aantal deskundige vrijwilligers geassembleerd  te worden, onder leiding van de Archeoloog drs. Yardeni Vorst, Antoine Boerman, Arie Streefland, Arie van der Graaf,  Nigrum Pullum (Leen van Zwieten), e.a. Evaluatie van de resultaten zou waardevolle aanvullingen kunnen opleveren bij de Dissertatie van Dr. Maarten D. de Weerd “Schepen voor Zwammerdam”- 1988. Ondanks Provinciaal Romeins historische concurrentie met Valkenburg, Leiden, Katwijk, Velzen en Utrecht is de stemming in  Alphen aan den Rijn optimistisch, omtrent vestiging scheepsdepot en scheepvaartmuseum alhier.    

Bart van Knijnenburg over de eendenkooi in Warmond 

4 nov 2023 - Bart van Konijnenburg bij de eendenkooi in Warmond: ,,Een bijzondere plek, die er 400 jaar geleden al was.’’ FOTO TACO VAN DER EB INTERVIEW Bart van Konijnenburg Tekst: Miep Smitsloo Bart van Konijnenburg (49) ademt Warmond. Hij is zo’n tien uur per week in touw als beheerder en voorzitter van de unieke, 400 jaar oude Eendenkooi op de grens met Sassenheim. Vrijwilligerswerk dat hem al vijftien jaar letterlijk met de ’poten in de klei’ houdt en hem nog dieper wortelt in zijn bijzondere woonplaats. Warmond ademen „Ik adem Warmond, dat klopt helemaal! Ik ben hier komen wonen toen ik een jaar oud was, mijn ouders verhuisden vanuit Lisserbroek hiernaartoe omdat mijn vader dichter bij zijn werk in Delft wilde wonen en omdat ze Warmond een knusse plaats voor hun kinderen vonden om op te groeien. Dat is ook zo. Op m’n 19e, toen ik in Leiden biologie ging studeren, ben ik een tijd weggeweest, maar toen ik zelf kinderen kreeg, zijn we - ook op aandringen van mijn vrouw - teruggekomen. Heerlijk voor de kinderen, het is hier kleinschalig, er zijn nergens wachtlijsten voor en mensen zijn bij elkaar betrokken. Ik zie weleens vrienden uitzwermen naar verre landen. Als bioloog zou dat voor mij ook een overweging zijn, maar ik realiseer me: dichtbij is óók heel erg mooi.” Ondernemen(d) „Mijn vader was werkzaam in de ruimtevaart, hij werkte bij het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart. Mijn moeder was zeer actief in de oudervereniging voor geestelijk gehandicapten - ik heb een zus met een verstandelijke beperking. Ondernemen is me met de paplepel ingegoten, in de brede zin des woord. Er is een verschil tussen het begrip ’ondernemen’ en ’ondernemend’. Ik denk dat ik ondernemend ben, maar niet als iemand die overal financiële kansen ziet. Als ik alle energie en tijd die ik in de eendenkooi heb gestoken in een bedrijf had gestopt, zou dat best weleens succesvol kunnen zijn geworden. Maar hé, de Eendenkooi is ook succesvol! Ik heb een leuk huis en een heerlijk leven, rijk hoef ik niet te worden.” De Eendenkooi? „Hoe raak je betrokken bij een eendenkooi - dat is wel een leuk verhaal. Na mijn studie werkte ik jarenlang als belangenvertegenwoordiger, zeg maar lobbyist, in de papierindustrie. Het was mijn taak om partijen samen duurzamer te laten produceren. Op zich leuk en boeiend werk. Ik moest partijen bij elkaar brengen die elkaar niet of niet altijd begrepen. Maar op een gegeven moment zag ik mezelf terug met een leaseauto in een pak-met-das. Ik kreeg behoefte om op de fiets naar m’n werk te kunnen en met de voeten in de modder te staan. Om buiten bezig te zijn.” Risico op schot hagel „In die tijd, nu vijftien jaar geleden, hoorde ik dat de gemeente Teylingen op zoek was naar een nieuwe beheersvorm voor de Eendenkooi. Het pachtcontract met de kooiker werd om allerlei redenen beëindigd. Wat een eendenkooi was, wist ik natuurlijk niet. Wel hoor ik vaak dat Warmonders als kind de polder in liepen om eieren te rapen. Als de kooiker hen zag, joeg hij ze weg. Er was wat hem betreft geen ruimte voor pottenkijkers en kwajongens. Het fenomeen eendenkooi intrigeerde me. Ik maakte een afspraak met een kooiker in Lekkerkerk en dat gesprek inspireerde me eens temeer. Zo is de interesse in het ambacht en het bijzondere van zo’n stuk erfgoed ontstaan.” ’Doe het zelf maar’ „Er kwamen allemaal ideeën bij me naar boven hoe de gemeente Teylingen de Eendenkooi zou moeten beheren. Toen ik die op het gemeentehuis ventileerde, zeiden ze daar: maak zelf maar een beheersplan. Daar schrok ik eerst van, ik wilde alleen maar vertellen hoe zij het zouden moeten doen. Tegelijkertijd realiseerde ik me dat wie a zegt ook b moet zeggen en dat hier een grote uitdaging lag. In de zomer van 2008 heb ik een plan in de gemeenteraad gepresenteerd. Dat kwam er op neer om het oude ambacht van het eenden vangen weer uit te oefenen en ook de buitenwereld deze unieke, 400 jaar oude plek te laten zien. Als derde pijler wilde ik de natuur en de rust daarbij stimuleren, zodat de Eendenkooi een goede plek is voor vogels en plantjes.” Bijzondere plek „Nadat de gemeenteraad me groen licht gaf, heb ik samen met anderen een stichting opgericht. Daarvoor had ik een oproepje in de krant gedaan, zo van: als je het ook leuk vindt om mee te helpen, meld je dan. Al snel kreeg ik reactie van vijftien, twintig mensen die ook de schouders onder de Eendenkooi wilden zetten. De groep is deels nog hetzelfde als vijftien jaar geleden en heel divers. Er is ook een organisch verloop en dat is goed: door nieuwe vrijwilligers kijk je zelf weer met frisse ogen naar de Eendenkooi. Je realiseert je wat voor bijzondere plek het is, die er 400 jaar geleden al was – nu langs de Kaag, destijds bij de oevers van het Haarlemmermeer. De uitdaging om zo’n stuk erfgoed te behouden, het ambacht, is super speciaal. Uiteindelijk moeten we ervoor zorgen dat de Eendenkooi een plekje voor iedereen is.” Wat ze doen „De groep vrijwilligers pakt samen het onderhoud aan: herstellen van vangpijpen, het water op diepte houden, snoeien, kappen, zagen van bomen en knotten van knotwilgen. In de periode mei tot en met juli geven we rondleidingen aan groepen, individuele belangstellenden en schoolklassen. De Eendenkooi zit in het lespakket voor de groepen 6. Nu nog alleen die van Teylingen, maar we staan zeker open voor uitbreiding naar andere scholen in de omgeving. We vangen geen eenden meer om ze als eendenbouten te verkopen, alleen om ze te ringen. Daarna laten we ze weer vrij. Zo leren we steeds meer over eenden. Bijvoorbeeld dat een geringde eend drie dagen later is geschoten aan de Atlantische kust in Frankrijk. Dan weet je hoe snel de vogel zich kan verplaatsen. Dergelijke gegevens worden ingevoerd in een grote database voor heel Europa. Ons werkseizoen loopt tot en met oktober. Dat hebben we net weer achter de rug. In de wintermaanden wordt de Eendenkooi een rustplek voor alle mogelijke dieren die komen aanvliegen, zoals slobeenden, smienten en veel wintertalingen.” De financiën „We krijgen een beheersvergoeding van 3.500 euro per jaar, terwijl we 7.000 euro nodig hebben. De rest moeten we binnenhalen met de verkoop van haardhout en het geven van rondleidingen. Dat is sprokkelen, maar dat vind ik niet erg. Er zijn dingen in de samenleving waar geld voor beschikbaar is en andere, zoals de Eendenkooi, die ook heel waardevol zijn, maar waarvoor geen of weinig geld is. Het is belangrijk dat die taak dan door een groep vrijwilligers wordt ingevuld.” De voordelen „Genoeg waardering? Je moet zoiets niet voor de waardering doen, maar alleen omdat je het leuk en waardevol vindt. Het is sowieso leuk om allemaal nieuwe mensen te ontmoeten. In feite ben je met volwassen mensen aan het buiten spelen. Je komt na een dag werken vies en onder de modder thuis en - als het even meezit - heb je een dag later spierpijn. Al met al geeft het een bevredigend gevoel als ik zo’n dag in de Eendenkooi heb doorgebracht. Het is dezelfde soort voldoening als je van tuinieren in je eigen tuin hebt, alleen hoeft het niet zo precies als in je eigen tuin, want de Eendenkooi is 3,5 hectare groot. Het leuke en opmerkelijke aan zo’n hobby is dat ik er niet aan was begonnen, als iemand me van tevoren had verteld dat die me al vijftien jaar zoveel tijd zou kosten. Maar goed ook, dat je er enthousiast en naïef instapt.” Van het een... „Op den duur moet een ander het voorzitterschap overnemen. Ik kan natuurlijk nog wel een tijdje mee, maar wil de kar geen dertig jaar meer trekken. Maar ja, niemand meldt zich spontaan om het van me over te nemen. Dat weet je. Terwijl er in Warmond wel verschrikkelijk veel vrijwilligerswerk wordt gedaan. Ze vragen me zelden of nooit voor ander vrijwilligerswerk. De mensen weten dat de Eendenkooi zo’n veeleisende klus is, dat ik tegen veel andere dingen ’nee’ moet zeggen. Wel raak ik steeds meer betrokken bij De Haven, een woonvorm voor mensen met een verstandelijke beperking in de Dorpsstraat van Warmond. Die hebben mijn ouders bijna 25 jaar geleden samen opgericht. Mijn zus woont daar al die jaren. Mijn vader is kort voor de coronatijd overleden, mijn moeder raakt op leeftijd. Ik ben daardoor steeds meer betrokken bij het reilen en zeilen van de Haven. Dat vind ik leuk en voel ik ook wel als mijn plicht naar mijn ouders en zus toe.” Niet alles lukt „Het is bevredigend om voor je eigen gemeenschap bezig te zijn, al lukt niet alles. Zo hebben we een paar jaar geleden met een man of vijf geprobeerd een surf- en supclub op te richten op eiland Koudenhoorn. Maar de gemeente werkte onvoldoende mee. Jammer, maar op een gegeven moment moet je niet tegen de bierkaai willen blijven vechten. Wel heb ik, in de tijd dat ik als wijkregisseur bij de gemeente Teylingen werkte, een lokaal fonds opgericht dat plaatselijke initiatieven financiert. Dat is gelukt. Dat is het Jacoba van Beierenfonds geworden.” Thuisfront „Onze kinderen zijn nu 15, 13 en 9. Ze helpen alle drie regelmatig mee in de Eendenkooi. Ze zijn zelfs zo betrokken dat, toen ik het een keer niet meer zag zitten en ermee wilde stoppen, de kinderen riepen: nee pap, niet doen! Mijn vrouw gunt mij mijn passie, maar kijkt er met een nuchterder blik naar. Kijk, ik kan 24 uur per dag met de Eendenkooi bezig zijn, mijn vrouw helpt me soms om wat af te schalen.” Dagelijks werk „Ik heb jaren als wijkregisseur en coördinator duurzaamheid voor de gemeente Teylingen gewerkt, maar vijf jaar geleden ben ik voor mezelf begonnen. Ik ben gespecialiseerd in de energietransitie en heb nu een opdracht van de provincie Zuid-Holland om de warmteleiding tussen Rijswijk en Leiden te begeleiden in het traject met vergunningen en ruimtelijke inpassing. Ook daar moet ik veel partijen samenbrengen. Iedereen heeft daarin andere belangen. Als je dat uitlegt, ontstaat er over en weer meer begrip. Kom ik bedachtzaam over? Dat klopt. Als je alleen maar bevlogen probeert mensen te overtuigen, dan werkt dat lang niet altijd. Rust en bedachtzaamheid kunnen op z’n tijd heel handige eigenschappen zijn.” Sprong in diepe „De keuze om ZZP’er te worden, werd ingegeven door iemand die zei: ik zou graag voor mezelf beginnen, maar mijn kinderen zijn nu begin twintig. Het zelfstandig ondernemerschap past dus niet goed in deze fase van mijn leven. Toen dacht ik: mijn kinderen zijn nog veel jonger. Als het jóu met twintigers niet past, wanneer dan wel? Eigenlijk is er nooit een goed moment voor. Laat ik die sprong in het diepe maar wagen. Als het niet lukt, kan ik ook terugzwemmen naar de kant en weer in loondienst gaan. Het bevalt me goed. Je kunt als ZZP’er je eigen tijd indelen. Zodoende kan ik op een maandagochtend met jou praten over de Eendenkooi. Hoe waardevol is dat?”

Overdracht historisch archief van Dik Parlevliet 

23 okt 2023 - Op vrijdag 20 oktober zijn de archieven van Dik Parlevliet officieel overgedragen aan Erfgoed Leiden en Omstreken. Onder het toeziend oog van burgemeester Visser van Katwijk tekenden de familie van Dik Parlevliet en gemeentearchivaris Cor de Graaf de overeenkomst. Dik Parlevliet deed in het verleden veel onderzoek naar onder andere de archeologie, gebouwen en grond in Katwijk en omgeving. Hiervan bouwde hij een waardevol en veelzijdig archief op, zowel digitaal als op papier. Bovendien maakte hij een aantal boeken (waaronder atlassen) en artikelen over Katwijk en omgeving. De website www.historievankatwijk.nl komt ook van zijn hand. Na zijn overlijden hebben de archieven vier jaar lang bij broer Arend Parlevliet op zolder gelegen. 'Op een gegeven moment werd het tijd om de archieven veilig te stellen. Anders zou er veertien jaar aan kennis verloren gaan', vertelt Arend. Erfgoed Leiden werkt momenteel aan het toegankelijk maken van het archief van Dik Parlevliet. Parlevliet hanteerde een eigen indeling voor zijn archief. Het is aan Erfgoed Leiden om die te ontcijferen en vervolgens opnieuw te inventariseren. Over enige tijd zal het archief in te zien zijn in de studiezaal. Daar zijn alle historische archieven van de gemeente Katwijk en de voormalige gemeenten Rijnsburg en Valkenburg te raadplegen. Het ontsluiten van het digitale archief blijkt nog een uitdaging: sommige bestanden zijn versleuteld met een code. De toegang tot het digitale archief laat daarom nog even op zich wachten. 

Agenda eendaags

Geen eendaagse items in de agenda.

Artikelen

Het 'Olga'-gebouw en de regionale kalkzandsteenindustrie

5 sep 2023 - Het Leidse 'Olga'-complex, een bedrijfsverzamelgebouw, is eigenlijk een kalkzandsteenfabriek uit 1913-1914. Het is de tweede in deze regio. De eerste was de Arnout in Hillegom, uit 1904. Verbindend figuur is Ing. Dr. J.A. van Herwaarden. Als jongeling begon hij bij de Arnout. In 1919 werd hij directeur van de Leidse kalkzandsteenfabriek. Vervolgens zette hij in 1924 in Katwijk een nieuwe fabriek op. Na de Tweede Wereldoorlog nam hij het Hillegomse bedrijf over. Van Herwaardens bedrijf werd de grootste kalkzandsteenindustrie ter wereld. De Leidse onderneming was daar niet tegen opgewassen en sloot. Later werd ook de Katwijkse fabriek afgestoten. Die in Hillegom werd stevig gemoderniseerd en functioneert nog steeds, als onderdeel van een multinational. Van de oorspronkelijke fabriek is weinig over. De oprichting van de Leidse kalkzandsteenfabriek past binnen de geschiedenis van de Rijn als industriële zone. De opkomst van de Arnout is verbonden met de ontwikkeling van de bollencultuur: de afgegraven gronden waren daar uitstekend voor geschikt. Later ging men dieper zand opzuigen. Daardoor ontstonden in de regio diverse (recreatie-)plassen. Het Leidse fabrieksgebouw bood vanaf 1950 onderdak aan andere bedrijven: Smit Rontgen en de Olga-matrassenfabriek. Hun verhaal illustreert hoe Leiden haar industrie verloor. In 1982-1983 werd het een bedrijfsverzamelgebouw voor startende ondernemers, een 'broedplaats', waarschijnlijk de eerste van Nederland. Een bijzondere rol dus voor het gebouw dat de laatste herkenbare herinnering is aan het begin van de regionale kalkzandsteenindustrie.

Rijnland onbegrensd: watergrenzen en kennisgrenzen

25 mei 2023 - In 1202 sloten de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland een verdrag dat een waterstaatkundig grensconflict regelde. Een dam in de Rijn bij Zwammerdam werd verwijderd en er kwamen drie weteringen om het overvloedig uit Utrecht afkomstige Rijnwater af te voeren. Bemiddelaar was de hertog van Brabant, die indertijd ook in Holland zijn macht ligt gelden. Hij had niet alleen waterstaatkundige, maar ook handels- en politieke belangen bij deze oplossing. Met dit verdrag als vertrekpunt beschrijft Petra van Dam de rol die grenzen spelen bij het waterbeheer. Het gaat om een inleiding bij een themanummer van het Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis uit 2003. Van Dam gebruikt daarvoor de geschiedenis van het Hoogheemraadschap Rijnland, van de middeleeuwen tot de huidige tijd. Ze maakt duidelijk dat niet alleen de natuurlijke grenzen - de landscheidingen - van groot belang zijn, maar ook de politiek-bestuurlijke. De problemen rond Zwammerdam en Woerden waren extra moeilijk doordat deze staatkundige grenzen overschreden. Binnen Holland was doorgaans een oplossing makkelijker te vinden. Ze beschrijft onder meer de relatie met Delfland. Om het water effectief te beheren, is kennis nodig, en ook daaraan zitten grenzen. Zij beschrijft hoe Rijnland bezig is geweest zich die nodige kennis eigen te maken. En met veel succes, bleek bijvoorbeeld bij de drooglegging van de Haarlemmermeer. Het verdrag van 1202 was een mijlpaal in de ontwikkeling naar een hoogheemraadschap. De geschiedenis van het Rijnlandse waterbeheer begint natuurlijk eerder, bij de ontginningen. Sindsdien moesten bewoners samenwerken om het water te beheersen. Maar hoe die samenwerking er precies uitzag, is (en blijft?) onduidelijk. Ook de geschiedwetenschap heeft haar grenzen.