Rijnlandgeschiedenis.nl gebruikt cookies om bezoek te meten en om het voor bezoekers mogelijk te maken informatie op deze website te delen via social media. Door verder gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord.

Accepteer cookies
Menu
Rijnlandse Geschiedenis streeft naar meer historische samenhang en kennisuitwisseling in de regio.

Nieuws

Start restauratie Kapel Oud-Poelgeest met symbolische handeling 

22 feb 2025 - Op donderdag 20 februari om 16:00 uur markeert een bijzondere handeling de officiële start van de restauratie van de kapel op Landgoed Oud-Poelgeest. Wethouder Kees Oudendijk van de gemeente Oegstgeest (Cultuur) en Willem Camphuis (voorzitter van de Stichting Erfgoed Oud-Poelgeest) zullen symbolisch enkele stoeptegels verwijderen die zich boven op de kantelen bevinden en die daar niet thuishoren. Als startpunt van de restauratie zullen deze tegels vervolgens vanaf het dak op de grond geworpen worden. Tijdens de restauratie worden ze vervangen door historisch verantwoord materiaal, waarmee de kapel in oude luister wordt hersteld. De kapel, gelegen aan de Haarlemmertrekvaart, is een rijksmonument en een bijzonder voorbeeld van 19e-eeuwse neogotische architectuur. Oorspronkelijk gebouwd in 1857 als gebedsruimte, heeft het gebouw in de loop der tijd verschillende functies gehad. Maar het verkeert inmiddels in een staat die restauratie dringend noodzakelijk maakt. De geplande werkzaamheden omvatten onder andere het herstel van de gevels, het dak en de vensters, met oog voor de historische uitstraling en duurzaamheid van het gebouw. Na de restauratie, die naar verwachting in de zomer van 2025 wordt afgerond, zal de kapel een multifunctionele bestemming krijgen. Het gebouw zal onder meer dienen als ruimte voor kleinschalige culturele en educatieve activiteiten, bijeenkomsten en mogelijk een horecafunctie. Hiermee wordt de kapel weer toegankelijk voor een breder publiek en krijgt het een nieuwe rol binnen de historische buitenplaats. De restauratie is een initiatief van Stichting Erfgoed Oud-Poelgeest, met steun van de provincie Zuid-Holland en andere betrokken partijen. “Deze kapel is een verborgen parel in ons erfgoed en verdient een toekomst waarin ze weer volop gebruikt kan worden,” aldus de voorzitter van de stichting.  

Agenda meerdaags

Geen meerdaagse items in de agenda.

Artikelen

Het 'Olga'-gebouw en de regionale kalkzandsteenindustrie

5 sep 2023 - Het Leidse 'Olga'-complex, een bedrijfsverzamelgebouw, is eigenlijk een kalkzandsteenfabriek uit 1913-1914. Het is de tweede in deze regio. De eerste was de Arnout in Hillegom, uit 1904. Verbindend figuur is Ing. Dr. J.A. van Herwaarden. Als jongeling begon hij bij de Arnout. In 1919 werd hij directeur van de Leidse kalkzandsteenfabriek. Vervolgens zette hij in 1924 in Katwijk een nieuwe fabriek op. Na de Tweede Wereldoorlog nam hij het Hillegomse bedrijf over. Van Herwaardens bedrijf werd de grootste kalkzandsteenindustrie ter wereld. De Leidse onderneming was daar niet tegen opgewassen en sloot. Later werd ook de Katwijkse fabriek afgestoten. Die in Hillegom werd stevig gemoderniseerd en functioneert nog steeds, als onderdeel van een multinational. Van de oorspronkelijke fabriek is weinig over. De oprichting van de Leidse kalkzandsteenfabriek past binnen de geschiedenis van de Rijn als industriële zone. De opkomst van de Arnout is verbonden met de ontwikkeling van de bollencultuur: de afgegraven gronden waren daar uitstekend voor geschikt. Later ging men dieper zand opzuigen. Daardoor ontstonden in de regio diverse (recreatie-)plassen. Het Leidse fabrieksgebouw bood vanaf 1950 onderdak aan andere bedrijven: Smit Rontgen en de Olga-matrassenfabriek. Hun verhaal illustreert hoe Leiden haar industrie verloor. In 1982-1983 werd het een bedrijfsverzamelgebouw voor startende ondernemers, een 'broedplaats', waarschijnlijk de eerste van Nederland. Een bijzondere rol dus voor het gebouw dat de laatste herkenbare herinnering is aan het begin van de regionale kalkzandsteenindustrie.

Rijnland onbegrensd: watergrenzen en kennisgrenzen

25 mei 2023 - In 1202 sloten de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland een verdrag dat een waterstaatkundig grensconflict regelde. Een dam in de Rijn bij Zwammerdam werd verwijderd en er kwamen drie weteringen om het overvloedig uit Utrecht afkomstige Rijnwater af te voeren. Bemiddelaar was de hertog van Brabant, die indertijd ook in Holland zijn macht ligt gelden. Hij had niet alleen waterstaatkundige, maar ook handels- en politieke belangen bij deze oplossing. Met dit verdrag als vertrekpunt beschrijft Petra van Dam de rol die grenzen spelen bij het waterbeheer. Het gaat om een inleiding bij een themanummer van het Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis uit 2003. Van Dam gebruikt daarvoor de geschiedenis van het Hoogheemraadschap Rijnland, van de middeleeuwen tot de huidige tijd. Ze maakt duidelijk dat niet alleen de natuurlijke grenzen - de landscheidingen - van groot belang zijn, maar ook de politiek-bestuurlijke. De problemen rond Zwammerdam en Woerden waren extra moeilijk doordat deze staatkundige grenzen overschreden. Binnen Holland was doorgaans een oplossing makkelijker te vinden. Ze beschrijft onder meer de relatie met Delfland. Om het water effectief te beheren, is kennis nodig, en ook daaraan zitten grenzen. Zij beschrijft hoe Rijnland bezig is geweest zich die nodige kennis eigen te maken. En met veel succes, bleek bijvoorbeeld bij de drooglegging van de Haarlemmermeer. Het verdrag van 1202 was een mijlpaal in de ontwikkeling naar een hoogheemraadschap. De geschiedenis van het Rijnlandse waterbeheer begint natuurlijk eerder, bij de ontginningen. Sindsdien moesten bewoners samenwerken om het water te beheersen. Maar hoe die samenwerking er precies uitzag, is (en blijft?) onduidelijk. Ook de geschiedwetenschap heeft haar grenzen.