Rijnlandgeschiedenis.nl gebruikt cookies om bezoek te meten en om het voor bezoekers mogelijk te maken informatie op deze website te delen via social media. Door verder gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord.

Accepteer cookies
Menu
Rijnlandse Geschiedenis streeft naar meer historische samenhang en kennisuitwisseling in de regio.
Dinsdag 10 november 2015

Stichting Historische Publicaties Holland-Rijnland

Rijndelta was een rijke regio

Noordwijker Harrie Salman schrijft boek over loop en historie van de Rijn

De ge­schie­de­nis­boe­ken hoe­ven niet her­schre­ven te wor­den. ,,Maar we heb­ben nu wel een scher­per beeld wat er aan de mon­ding van de Rijn ge­beur­de'', zegt Noord­wij­ker Har­rie Sal­man. Hij heeft met een groep van zes en­thou­si­as­te dorps­ge­no­ten on­der­zoek la­ten doen naar de loop van de Rijn. De be­vin­din­gen staan in het boek 'Noord­wijk aan de Rijn'.

Daar­uit blijkt niet al­leen dat de ri­vier eeu­wen­lang bij Noord­wijk in zee stroom­de. Dank­zij in­ten­sief bo­dem­on­der­zoek kan ook een beeld wor­den ge­ge­ven van het le­ven aan de mon­ding van de ri­vier in de af­ge­lo­pen vier­dui­zend jaar. ,,De di­rec­te aan­lei­ding voor het on­der­zoek was het kaartje dat ik had ge­maakt voor het gro­te ge­schied­kun­di­ge boek 'Noord­wijk aan Zee en op de Gees­t' van 2011. Daar­in sug­ge­reer­de ik dat de Rijn vroe­ger best door het Vin­ke­veld bij Noord­wijk Bin­nen kon heb­ben ge­lo­pen. Een ver­moe­den op ba­sis van de struc­tuur van de per­ce­len. Daar zit een bocht in, die kon dui­den op de bed­ding van de ri­vier.’’

Het zou toch wat zijn: even aan­to­nen dat Noord­wijk aan de Rijn op his­to­ri­sche gron­den net zo lo­gisch zou zijn als Kat­wijk aan den Rijn. Maar twin­tig grond­bo­rin­gen tot een diep­te van tien me­ter in het Vin­ke­veld, ten noor­den van het ter­rein van ’s Hee­ren Loo, le­ver­den niet de ge­hoop­te ver­ras­sing op. ,,We had­den ver­wacht de bed­ding van de ri­vier te vin­den, al­leen was dat niet zo.’’

Geul

Toch was de moei­te geens­zins ver­geefs. ,,We trof­fen wel een die­pe geul aan van ze­ker vier­dui­zend jaar oud. Via deze geul liep wa­ter van­uit het Lan­ge­veld en van de Noord­wijk­se Duin­we­te­ring naar de mon­ding van de Rijn. Met be­hulp van mi­cro­sco­pisch on­der­zoek heb­ben we pre­cies kun­nen na­gaan wat er in de loop der tij­den is ge­beurd. In de grond­mon­sters trof­fen we schel­pen, zaad­jes van plan­ten en een­cel­li­ge die­ren als al­gen aan.’’ Niet al­leen de sa­men­stel­ling van de bo­dem­mon­sters leer­de Sal­man en de zij­nen veel. Ook aan het zout­ge­hal­te viel veel in­for­ma­tie te ont­le­nen. ,,Het gaat, hoe die­per je graaft, van zoet naar zout.’’ Zo kon wor­den vast­ge­steld dat de open ver­bin­ding tus­sen de geul en de zee meer dan dui­zend jaar voor Chris­tus werd ver­bro­ken.

Ruim twee­dui­zend jaar la­ter stroom­de de Rijn tus­sen het hui­di­ge com­plex van ESA/Es­tec en de Ko­nin­gin Astrid Bou­le­vard in zee, ter­wijl die in de Ro­mein­se tijd nog dich­ter bij Kat­wijk uit­mond­de. Sal­man: ,,In 1163 liep de mon­ding van de Rijn vol met zand tij­dens een storm­vloed. Dat was mo­ge­lijk om­dat er min­der wa­ter door de Rijn stroom­de sinds de aan­leg van een dam bij Wijk bij Duur­ste­de in 1122. Om­dat het Rijn­wa­ter niet meer de zee in kon stro­men wer­den Lei­den en de dor­pen langs de Rijn ge­trof­fen door wa­ter­over­last. Het wa­ter uit Utrecht werd al in 1165 te­gen­ge­hou­den door een dam in de Rijn bij Zwam­mer­dam. Dit wa­ter­pro­bleem vorm­de des­tijds de aan­lei­ding voor de op­rich­ting van het hoog­heem­raad­schap. De dor­pen van Rijn­land be­sef­ten dat ze sa­men het pro­bleem moesten op­los­sen. Het over­tol­li­ge wa­ter werd via Spaarn­dam op het IJ ge­loosd.’’

Mal­le­gat

Om­dat het wa­ter­pro­bleem door de da­ling van de bo­dem in het groe­ne hart van Hol­land al­leen maar gro­ter werd, is in 1571/1572 een nieu­we mon­ding bij Kat­wijk ge­gra­ven. ,,Wat ze nu nog het Mal­le­gat noe­men. Een toe­pas­se­lij­ke naam, want het was in­der­daad een gat van dwa­zen. Ach­ter­af ge­zien was het in de be­gin­ja­ren van de Tach­tig­ja­ri­ge Oor­log een dwaas pro­ject. Door de oor­log is het com­pleet mis­lukt. In 1807 is het werk op­nieuw ge­daan, op de plek waar nu het Uit­wa­te­rings­ka­naal in zee stroomt.’’

De geul waar Sal­man en de on­der­zoe­kers in Noord­wijk op stuit­ten, was toen al­lang ver­dwe­nen, maar on­der de mi­cro­scoop kwa­men de ge­hei­men van wel­eer tot le­ven. ,,In de zaad­jes trof­fen we spo­ren van land­bouw aan. Door van­uit dit klei­ne on­der­zoeks­ge­bied in het Vin­ke­veld uit te zoo­men krijg je een beeld van een veel gro­ter land­schap en zie je dat de on­der­zoch­te bo­dem on­der­deel was van een groot mon­dings­ge­bied.’’

Voor­al op de ho­ger ge­le­gen de­len woon­den drie­dui­zend jaar te­rug al men­sen. ,,Een ge­bied tus­sen pak­weg Lei­der­dorp en Noord­wijk. Daar is ook het Graaf­schap Hol­land uit ont­staan. Vrucht­ba­re land­bouw- en wei­de­grond met heel veel zoet­wa­ter­bel­len. Het was een rij­ke re­gio. Door de Rijn was er een han­dels­ver­bin­ding met het ach­ter­land en over zee werd er vol­op han­del met En­ge­land ge­dre­ven. Niet voor niets zijn Wil­li­brord in 690 en Sint Jeroen in 847 hier aan land ge­ko­men. Van­uit En­ge­land ge­zien was dit de poort tot Hol­land en Duits­land.’’