In het nieuws
Stichting Historische Publicaties Holland-Rijnland
Rijndelta was een rijke regio
Noordwijker Harrie Salman schrijft boek over loop en historie van de Rijn
De geschiedenisboeken hoeven niet herschreven te worden. ,,Maar we hebben nu wel een scherper beeld wat er aan de monding van de Rijn gebeurde'', zegt Noordwijker Harrie Salman. Hij heeft met een groep van zes enthousiaste dorpsgenoten onderzoek laten doen naar de loop van de Rijn. De bevindingen staan in het boek 'Noordwijk aan de Rijn'.
Daaruit blijkt niet alleen dat de rivier eeuwenlang bij Noordwijk in zee stroomde. Dankzij intensief bodemonderzoek kan ook een beeld worden gegeven van het leven aan de monding van de rivier in de afgelopen vierduizend jaar. ,,De directe aanleiding voor het onderzoek was het kaartje dat ik had gemaakt voor het grote geschiedkundige boek 'Noordwijk aan Zee en op de Geest' van 2011. Daarin suggereerde ik dat de Rijn vroeger best door het Vinkeveld bij Noordwijk Binnen kon hebben gelopen. Een vermoeden op basis van de structuur van de percelen. Daar zit een bocht in, die kon duiden op de bedding van de rivier.’’
Het zou toch wat zijn: even aantonen dat Noordwijk aan de Rijn op historische gronden net zo logisch zou zijn als Katwijk aan den Rijn. Maar twintig grondboringen tot een diepte van tien meter in het Vinkeveld, ten noorden van het terrein van ’s Heeren Loo, leverden niet de gehoopte verrassing op. ,,We hadden verwacht de bedding van de rivier te vinden, alleen was dat niet zo.’’
Toch was de moeite geenszins vergeefs. ,,We troffen wel een diepe geul aan van zeker vierduizend jaar oud. Via deze geul liep water vanuit het Langeveld en van de Noordwijkse Duinwetering naar de monding van de Rijn. Met behulp van microscopisch onderzoek hebben we precies kunnen nagaan wat er in de loop der tijden is gebeurd. In de grondmonsters troffen we schelpen, zaadjes van planten en eencellige dieren als algen aan.’’ Niet alleen de samenstelling van de bodemmonsters leerde Salman en de zijnen veel. Ook aan het zoutgehalte viel veel informatie te ontlenen. ,,Het gaat, hoe dieper je graaft, van zoet naar zout.’’ Zo kon worden vastgesteld dat de open verbinding tussen de geul en de zee meer dan duizend jaar voor Christus werd verbroken.
Ruim tweeduizend jaar later stroomde de Rijn tussen het huidige complex van ESA/Estec en de Koningin Astrid Boulevard in zee, terwijl die in de Romeinse tijd nog dichter bij Katwijk uitmondde. Salman: ,,In 1163 liep de monding van de Rijn vol met zand tijdens een stormvloed. Dat was mogelijk omdat er minder water door de Rijn stroomde sinds de aanleg van een dam bij Wijk bij Duurstede in 1122. Omdat het Rijnwater niet meer de zee in kon stromen werden Leiden en de dorpen langs de Rijn getroffen door wateroverlast. Het water uit Utrecht werd al in 1165 tegengehouden door een dam in de Rijn bij Zwammerdam. Dit waterprobleem vormde destijds de aanleiding voor de oprichting van het hoogheemraadschap. De dorpen van Rijnland beseften dat ze samen het probleem moesten oplossen. Het overtollige water werd via Spaarndam op het IJ geloosd.’’
Omdat het waterprobleem door de daling van de bodem in het groene hart van Holland alleen maar groter werd, is in 1571/1572 een nieuwe monding bij Katwijk gegraven. ,,Wat ze nu nog het Mallegat noemen. Een toepasselijke naam, want het was inderdaad een gat van dwazen. Achteraf gezien was het in de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog een dwaas project. Door de oorlog is het compleet mislukt. In 1807 is het werk opnieuw gedaan, op de plek waar nu het Uitwateringskanaal in zee stroomt.’’
De geul waar Salman en de onderzoekers in Noordwijk op stuitten, was toen allang verdwenen, maar onder de microscoop kwamen de geheimen van weleer tot leven. ,,In de zaadjes troffen we sporen van landbouw aan. Door vanuit dit kleine onderzoeksgebied in het Vinkeveld uit te zoomen krijg je een beeld van een veel groter landschap en zie je dat de onderzochte bodem onderdeel was van een groot mondingsgebied.’’
Vooral op de hoger gelegen delen woonden drieduizend jaar terug al mensen. ,,Een gebied tussen pakweg Leiderdorp en Noordwijk. Daar is ook het Graafschap Holland uit ontstaan. Vruchtbare landbouw- en weidegrond met heel veel zoetwaterbellen. Het was een rijke regio. Door de Rijn was er een handelsverbinding met het achterland en over zee werd er volop handel met Engeland gedreven. Niet voor niets zijn Willibrord in 690 en Sint Jeroen in 847 hier aan land gekomen. Vanuit Engeland gezien was dit de poort tot Holland en Duitsland.’’